Wat je allemaal niet mag zijn
Vakantieoorden zijn fantastische plekken om je eigen schaduwkanten vol in je gezicht gesmeten te krijgen. Ik bevind mij met twee pre-pubers op een strak aangeharkt, resort-achtig vakantieoord in de Belgische Ardennen.
Het resort bestaat uit twee zwembaden (eentje binnen en eentje buiten), houten bungalows op een strak rijtje en een hotel. En gesitueerd midden in de natuur naast een stromend beekje.
Daar komen de oordelen
Gezien de dagen uit niet veel meer bestaan dan boeken lezen, wandelen en de pubers te eten geven, heb ik alle tijd om eens goed om me heen te kijken. En dan komen de oordelen. Wellicht ingegeven tegen de achtergond van mijn jeugd. Ik denk aan de lange zomers in mijn jeugd. Waarin we met een oude, legergroene Volkswagen rondtrokken in Europa en bij voorkeur kampeerden in het wild. Luxere vakanties, resorts en de grotere campings waren niets voor ons. Soms reed mijn vader een halve nacht door om een geschikte kampeerplek te vinden, waar vooral geen zwembad en geen entertainment was. In sommige streken een hele uitdaging. Ik weet nog dat ik het als twintiger een hele daad van verzet vond om met een rolkoffer met toenmalige verkering een week zon + appartement te boeken op een Grieks eiland.
Vraatzuchtige Vera
Goed… wie bekend is met schaduwwerk, weet dat datgene waar je allergisch voor bent, danwel stevige oordelen over velt, vaak de dingen zijn die je bij jezelf hebt onderdrukt. Deze eigenschappen houden zich sluimerend schuil in de schaduw. In het boek ‘Licht op de schaduw‘ beschrijft Debbie Ford dit fenomeen als een bus vol types, waar je je liever niet mee identificeert. Types die je vooral zelf niet wilt zijn. Ze krijgen in het boek klinkende, allitererende namen als Vraatzuchtige Vera (de dame met stevig overgewicht, die ik zie lunchen met een bittergarnituur), Behaagzieke Beatrice (behoeft geen toelichting), Angstige Arie en Slome Sjaan (de klapstoel niet uit te sláán).
Een bus vol verschrikking
Stel je eens voor dat je al je onderdrukte kanten in een bus verzameld. Wat voor bont gezelschap tref je daar aan? Een inspiratiebron voor wat er allemaal in jouw bus zit is je eigen ergernis aan anderen en de gedachte: “Oh als ik maar nooit zo word! Als ik dat maar niet ben.” Allemaal types met eigenschappen die je niet mag zijn. De oordelen gaan over de hongerig uitziende (mijn interpretatie), frêle Française (doe niet zo aanstellerig en eet gewoon wat). Een beetje of heel dik is ook weer een verleiding tot een oordeel. En de buurvrouw van tegen de zeventig, die haar man – in rolstoel- uitfoetert en de les lijkt te lezen. Hij buigt het grijze hoofd, letterlijk overgeleverd aan haar grillen, want hij kan geen kant op. Daar vind ik wat van.
Niet zo streng
Wie durft te luisteren naar zijn eigen oordelen over anderen (en zichzelf!) kan ook daar veel leren. Leren over wat je allemaal niet mag zijn van jezelf. En met elke verworpen eigenschap gooi je ook de parel, de kwaliteit van die eigenschap, bij het grof vuil. Dus als je Angstige Arie in de kofferbak wegstopt, kan je roekeloos worden. En in Vraatzuchtige Vera schuilt een prachtige levensgenieter. Praat eens met wat figuren uit je bus. Vaak hebben ze interessante verhalen te vertellen over wat jij jezelf wat meer mag gunnen. Verhalen over hoe je wat minder streng tegen jezelf kan zijn. Het hoeft niet perfect, we hebben allemaal onze zwakke kanten en rafelrandjes. Dat maakt ons leukere mensen.
Een weekje vakantie levert zo een bus vol kansen op!