Help! Ik ben die collega geworden die ik nooit wilde zijn
‘Ik ben meester Frank geworden’, fluistert ze bijna onhoorbaar. Want dat is haar ergste nachtmerrie. Meester Frank was een docent van 62 jaar op de vorige school waar ze werkte. En meester Frank was uitgeblust en moe…doodmoe. Hij sleepte zich door de gangen en klaagde over praktisch alles: de studiedagen (te lang en oninteressant), de onderwijsvernieuwingen (te veel en te vaak), de leerlingen (niet meer zoals het vroeger was) en het beleid (incompetent MT).
Klem in de automatische piloot
Shirley is ook moe. En ze is pas 36. Ze zit klem voor haar gevoel. Het werk op de HAVO valt haar zwaar. Ze heeft heel lang geprobeerd om er nog wat van te maken. Nóg beter de lessen voorbereiden; nieuwe materiaal maken en een extra cursus groepsprocessen. In de hoop dat het lesgeven makkelijker zou gaan. Of leuker zou worden. En extra taken: als mentor en als voorzitter van de vaksectie om inhoudelijk geïnspireerd te blijven. ‘Het is heel gek’, vertelt ze, ‘aan de ene kant voel ik me continu doodmoe en overwerkt, maar aan de andere kant verveel ik me en voel ik me leeg vanbinnen. Eigenlijk voel ik nog maar heel weinig. Ik lijkt wel een robot die haar dag afdraait.’
Shirley houdt echt van haar vak, maar ergens is er iets mis gegaan. Ze klaagt veel. Ze is haar inspiratie en bevlogenheid kwijt. Maar meester Frank worden is geen optie zegt ze. Moet ze stoppen met haar baan? Iets heel anders gaan doen?
Vergeten gevoelens
Een robotachtig gevoel in je werk kan een signaal zijn, dat je al voor langere tijd je gevoelens negeert. En dat dit dus ontzettend goed is gelukt! We hebben allemaal ingebouwde, aangeleerde overlevingsmechanismes die het als hun primaire taak zien om onaangename gevoelens weg te moffelen. Fluisterende, sluimerende gevoelens van onbehagen, spanning en onrust. Onprettige gevoelens als boosheid, frustratie, angst of verdriet. Gevoelens waar we vaak echt geen zin in hebben.
Doorgeslagen kwaliteiten
Kwaliteiten van Shirley zijn haar kracht en doorzettingsvermogen. En juist deze kwaliteiten hebben haar in de penarie gebracht. Ze heeft onbewust en volautomatisch haar kracht ingezet om steeds harder te gaan werken en door te ploeteren, in de hoop dat het beter zou gaan. En signalen van onbehagen genegeerd. Vanuit de overtuiging dat sterke mensen niet zeuren. Watjes zeuren. En Shirley is geen watje. Maar met het negeren van negatieve gevoelens, zijn ook de positieve gevoelens verdwenen.
Nieuwe verhalen schrijven
De eerste stap is een verandering van strategie. Je moet iets anders gaan doen dan je tot nu toe deed. Meestal gaat dat over minder hard ploeteren. Stilstaan. Uitzoomen en jezelf vragen stellen over wat er aan de hand is op je werk. Wat de triggers zijn geweest om in de ploeterstand te komen. Welke verhalen je jezelf vertelt over hoe het hoort. Shirley bleek veel verhalen met zich mee te slepen die gedateerd waren. Oude besluiten over het leven die haar niet meer dienden. Ze heeft nieuwe verhalen geschreven. Over kwetsbaarheid en het heel graag goed willen doen. Over grenzen voelen en aangeven. En met die nieuwe verhalen ontstond ook weer ruimte voor haar oorspronkelijke liefde voor het vak.
Note: de namen zijn verzonnen en de personages een creatieve samenstelling van verhalen en clienten.