Als werken voelt als vechten - omgaan met stress
Hans is een vakman in hart en nieren. Hij heeft alles uit de kast getrokken om volledige controle te krijgen over zijn HAVO klas vol pubers. Dit lijkt hem te lukken, maar toch slaan sommige pubers hem regelmatig volledig uit het veld. Gewoon door brutaal te zijn met een flinke scheut machismo of dwars en ongemotiveerd.
Hoe strenger Hans optreedt, hoe lastiger de pubers worden. Sluipenderwijs en heel sneaky is het puberale gedrag onder zijn huid gaan zitten. Waardoor Hans op scherp staat. Hij is het gevecht aan gegaan met de lastpakken en de spanning is dusdanig hoog opgelopen dat Hans nu bekaf is. Hij heeft nergens meer zin in en regelmatig last van nek- en hoofdpijn.
Vechten om te overleven
De pubers lijken een duidelijke trigger. Bij bepaald gedrag schiet Hans in de gevechtsmodus. Alsof hij weer terug is in het leger en als een ware drilsergeant de rekruten in het gareel blaft. Zijn overlevingsmechanisme staat op scherp. En ontspanning is ver te zoeken. Het vervelende van het overlevingsmechanisme is dat het een stress reactie is op een intense situatie. Ons brein denkt: oeh, gevaar! Vechten of vluchten. Hans vecht. En vechten voelt voor hem als spanning in het lichaam: op scherp staan, met opgetrokken schouders, gebalde vuisten en een strak hoofd. Uniform aan en de geweren in stelling brengen.
Uit het harnas komen: nog een rondje over de rotonde
Om uit deze situatie te komen, beschrijf ik vaak het beeld van een rotonde. Zodra je rode knop wordt ingedrukt schiet je volautomatisch in je overlevingsmechanisme (vechten of vluchten). In het geval van Hans stapte hij in een tank met rupsbanden en scheurde de rotonde op. Om vervolgens linea recta de eerste afslag te nemen en het gevecht te openen. De eerste afslag is de snelste en makkelijkste: de afslag van ons primaire, automatische gedrag. Onze eerste reactie op een benarde situatie.
Een drilsergeant met vrije haren - effectief omgaan met intense situaties
Ik vroeg Hans om eerst een paar rondjes te rijden en de eerste afslag niet te nemen. Even uitzoomen en contact maken met je lichaam. Je doet het tegenovergestelde van je eerste afslag reactie. En telt even tot 10. In het geval van Hans ging dit over ontspanning. Er wat lucht bij blazen. En ineens ging Hans zwierend in zijn tank over de rotonde. Hij gooide de klep bovenop de tank open en liet zijn haren vrij wapperen in de wind. Er kwam een enorme speelse en lichte kant boven. Een kant die dol is op zijn vak en het werken met pubers.
“Ik houd echt van de kids”, zei Hans zichtbaar geëmotioneerd. De rest van de sessies hebben we gebruikt om te onderzoeken hoe de tweede afslag eruit ziet. De afslag van vrijheid en wind in je haren. De afslag van ontspanning en humor. De afslag van liefde en compassie. En de afslag van kracht en didactisch vakmanschap, zonder drilsergeant.
Luisteren naar het fluisteren
Voor Hans bleek de sleutel het opnieuw contact maken met zijn intuïtie. En te gaan luisteren naar het fluisteren van zijn lichaam. En dat lichaam wilde ontspanning en rust. Toen ik vroeg hoe hij dit kon gaan regelen voor zichzelf, zag ik Hans in een split second in het gareel schieten. De vraag was een trigger om gespannen te raken.
We zijn toen samen gaan stampen op de grond en hebben wat oefeningen gedaan om weer in je lichaam te komen. En als bij toverslag wist Hans ineens het antwoord: “Goh, dit wist ik altijd al, maar ik was het vergeten omdat ik zo in m’n kop ben gaan zitten.” Zijn lichaam riep al heel lang het antwoord, hij gaf alleen al maanden niet thuis.
Vanuit de nieuwe hervonden ontspanning kan Hans weer vrijer en lichter zijn werk doen. En als de pubers echt lastig worden rijdt hij nog een extra rondje. En kan hij vervolgens vanuit een fysieke stevigheid precies datgene bieden wat de pubers zo nodig hebben: veel liefde en duidelijke grenzen.
Note: de namen zijn verzonnen en de personages een creatieve samenstelling van ervaringen, verhalen en cliënten.